woensdag 16 juli 2014

Theo en Thea en de Ontmaskering van het Tenenkaas Imperium (1989) door Pieter Kramer

Voor veel mensen misschien jeugdsentiment, voor mij was de humor – die volgens velen geniaal blijkt te zijn zo leert een blik op het internet – slechts reden voor af en toe een glimlach. Ik vond de humor erg flauw. Waarschijnlijk moet je de serie gezien hebben, en de karakters van Theo en Thea kennen, om het echt te waarderen. De titel De ontmaskering van het tenenkaas imperium’ verraad al dat het verhaal bizar is te noemen. en er valt aan de wendingen bijna geen touw aan vast te knopen. Theo en Thea willen Sneeuwwitje gaan verfilmen, en zijn op zoek naar iemand voor de rol van knappe prins. Nadat Gerard Joling heeft afgezegd valt het oog op Marco Bakker. Waar Marco Bakker aanvankelijk tegenstribbelt lukt het Theo en Thea te overtuigen dat hij de rol moet nemen. Hij neemt Theo en Thea neemt naar Zwitserland, waar hij moest zijn voor een televisieshow. Hij stelt voor dat Theo en Thea de film aldaar opnemen. In Zwitserland belanden ze in de problemen. Na verloop van tijd loopt het van het verhaal van sneeuwwitje door de belevenissen van Theo en Thea in Zwitserland heen, en zijn beide moeilijk van elkaar te onderscheiden. Dat was leuk gedaan. Theo en Thea ontmoeten in Oostenrijk Brigitta Berger, die door middel van een combinatie van Marco Bakker, ‘teleurstelling’, teennagels en een zingend koor met haar kernkaasreactor een bepaald soort kaas kan creeren. (Het veraal is inderdaad bizar.) Met deze kaas kan zij de macht over mensen krijgen. De sleutelscene in de film is de scene waar Brigitta Berger de kaas heeft gevoerd aan de wereldleiders op een congres in Zurich. Op dat moment doet ze een grijp naar de wereldmacht, maar Marco Bakker schiet net op tijd een stuk van haar eigen kaas in haar mond. In deze scene nemen Theo en Thea de macht over Brigitta Berger, en veranderen ze haar van een boze fee in een goed mens. Het moraal van het verhaal is uiteindelijk: Misbruik je macht niet! Ondanks dat het verhaal en de karakters Theo en Thea mij niet aanspraken vond ik de film voor een low-budget film er verassend goed uit zien. Je kunt zien dat de film door vakmensen is gemaakt. De belichting en het camerawerk waren bijvoorbeeld erg goed. Ook waren de decors, van bijvoorbeeld het kasteel van Brigitta Berger, mooi en werd er echt een soort eigen wereld gecreerd waar binnen het verhaal plaatsvond.  Grappig was ook de knipoog naar de Sound of Music, wanneer Marco Bakker en Theo en Thea al zingend de bergen van Zwitserland inlopen. Opvallend was de eerste scene van de film, die plaatsvond in het museum. Deze scene duurde maar liefst 15 minuten, en was in 1 take opgenomen.

Beoordeling op de Donno-van-Eijcken-Moviemeter:
* (1/5)

Allstars (1997) van Jean van der Velde

Een film over een voetbalteam, maar voetbal staat in deze film eigenlijk helemaal niet centraal. Het gaat over vriendschap. Het team bestaat uit erg uiteenlopende persoonlijkheden. Zo is er de zakenman (Bram), de onzekere jongen (Hero), de tamelijk opgefokte elektronika monteur (Johnny), een ‘casanova’ wiens vrouw in verwachting is (Mark), het buitenbeentje (Peter), de mislukte acteur (Paul) en een getrouwde bloemist (Willem). De jongens van het team willen het niet toegeven, maar één voor één houden ze van het team en van elkaar. Sommige spelers hebben, zo leren we in de film, door hun drukke levens weinig tijd voor voetbal. Maar tegelijkertijd is de zondag voor alle jongens toch het hoogtepunt van de week. Ik speel zelf ook in een dergelijk vriendenteam, en sommige dingen waren voor mij heel herkenbaar. De tragiek van het amateurvoetbal - op zondag ochtend op een drassig polderveld weggespeeld worden – zit goed in de film verwerkt. De sleutelscene van de film is moeilijk te vertellen. Buiten de ontmoetingen van het team volgen we in de film namelijk de persoonlijke levens van de spelers. Daarom zitten er verschillende verhalen door elkaar verweven. Iedereen in het team heeft wel te maken met tegenslagen of prive problemen. Bram is homo maar durft het niet aan het team toe te geven, Mark zijn vrouw is zwanger terwijl hij dat helemaal niet wil, Hero is verliefd op de nieuwe vrouw van zijn vader, Johnny z’n vader ligt op sterven en Willem zijn huwelijk staat op springen. Het team gaat zijn 500e wedstrijd spelen, maar door omstandigheden wordt deze drie keer geannuleerd. Het belangrijkste moment in de film is dan ook het moment dat de wedstrijd uiteindelijk toch door gaat. Dit wordt deels veroorzaakt door dat de vader van Johnny overlijdt (hij was tevens oud coach van het team) wat de jongens na opheffing van het team weer dichter bij elkaar brengt. Deels komt het ook doordat Mark en Bram hun vriendschap bijleggen, en dat Mark aan Bram belooft om de wedstrijd te organiseren. Wanneer het team de 500e wedstrijd dan toch uiteindelijk spelen beseffen ze, ondanks de drukte en tegenstlagen in hun levens, dat de zondag samen voor hen heel veel waard is. Carice van Houten (lees hier meer over dit mokkel) gaf een tijdje terug aan in een interview erg verliefd te zijn geweest op Peter Paul Muller, die Mark speelt in deze film. Mark had toe moeten slaan, want tegenwoordig is ze hoteldebotel met Kees van Nieuwkerk. De zoon van. Enfin. Waarom vertelt uw favoriete filmcriticus dit eigenlijk? Dat weet hij zelf ook niet. Over naar de beoordeling:

Aantal sterren op de Donno-van-Eijcken-Moviemeter: *** (3/5)

Keetje Tippel (1975) van Paul Verhoeven

Een film waar ik erg ongelukkig van werd. Allereerst omdat de film zich afspeelt op donkere, droevige en armzalige plekken waar het bovendien ook nog eens heel vaak regent. Een film waar een hoer (de zus van Keetje) met het bord op schoot zit te poepen terwijl de rest van de familie in de zelfde kamer aan tafel zit, en terwijl het buiten ook nog eens stortregent. De film sprak me totaal niet aan, naar mijn mening probeert Verhoeven in deze film, zonder dat het verder waarde heeft voor het verhaal van de film, te veel het publiek te shockeren. Zinloos shockeren. Meest typerende is het shot waarin Keetje en Hugo zoenen in bed. Dit is in beeld gebracht met een close-up van een vieze tongzoen waarbij de tongen van beiden besmeurd zijn met chocolade, aangezien ze net allebei een bon-bon hebben gegeten. Een erg onsmakelijk aangezicht. Verhoeven moet gedacht hebben dat het shockeren van mensen 2 jaar later nog een beetje verder moest gaan dan in Turks Fruit. Keetje Tippel  heeft ook deels dezelfde cast met Monique van de Ven en Rutger Hauer. Hierdoor was het voor mij, aangezien ik onlangs ook Turks Fruit heb bekeken, totaal ongeloofwaardig om dezelfde hoofdpersonages nu in een geheel andere tijd te zien rondlopen. Ook vond ik de setting waarin de film zich afspeelt niet geloofwaardig. Het verhaal zou zich bijvoorbeeld moeten afspelen in Amsterdam, maar in werkelijkheid is er overduidelijk grotendeels gefilmd in Utrecht. En dat zal met mij meer dan de helft van de mensen, die het onderscheid tussen een gracht uit Utrecht en een gracht uit Amsterdam wel kunnen maken, die deze film hebben bekeken ook opgemerkt hebben. Ik heb het boek (Keetje Tippel is een verfilming van een Frans boek) niet gelezen, maar als ik deze film moet geloven was dat wel een erg zwak boek. Of Keetje Tippel is een slechte verfilming van een goed boek, zou ook kunnen. Het verhaal kon me niet interesseren, heeft een slap einde, mist spanning en zit bovendien vol met gaten. De belangrijkste scene van de film is naar mijn mening de scene waarin Keetje door haar moeder gedwongen wordt de prostitutie in te gaan, om geld te verdienen voor de familie. Na een klant afgewerkt te hebben ontmoet ze een schilder op straat. Deze wil haar echter niet voor haar seksuele diensten, maar vraagt haar om te poseren voor zijn schilderij. Dankzij de schilder komt Keetje uiteindelijk in het rijke circuit terecht, wat ze tijdens de film niet meer zal verlaten.


Aantal sterren op de Donno-van-Eijcken-Moviemeter: *(1/5)

Zusje (1995) van Robert-Jan Westdijk

De opzet van de film is origineel, de gehele film (met uitzondering van het eind) is gefilmd door de camera van Martijn. Martijn is de broer van Daantje, en woont op dat moment in Londen. Hij is zijn zusje in Amsterdam komen opzoeken, en wil – zo zegt hij zelf - een film over haar leven maken. De relatie tussen Martijn en ‘Daantje’ is voor de kijker erg vreemd. Martijn lijkt geobsedeerd door Daantje, haast op het seksuele af. Opmerkelijk voor een broer/zus relatie. Ook opmerkeljk is dat hij haar steeds een filmpje van vroeger wil laten zien. Daantje wil hier op haar beurt, vanwege een of andere reden, niets van weten. Toch heeft haar broer – zelfs wanneer hij buitengewoon vervelend gedrag vertoond – enorm veel krediet bij haar. Het is een film vol onduidelijkheden en raar gedrag, waar je als kijker steeds een verklaring voor wil zoeken. Hierdoor was het voor mij persoonlijk een boeiende film. De filmpjes van vroeger, de flashbacks, zijn door de hele film heen verweven. Door deze flashbacks van vroeger wordt langzaam maar zeker duidelijk wat er tussen beide gebeurd is, en waarom ze zich zo gedragen. Pas in de allerlaatste scene van Zusje wordt echt duidelijk wat er tussen beide gebeurd is. In deze scene spelen Daantje en Martijn de flashback, van de filmpjes, na. Daantje komt in de desbetreffende scene naar het hotel waar Martijn verblijft, en wil weten wat Martijn deed als hij samen was met zijn ex-vriendin Anouk. Martijn gaat naakt op haar liggen, en uit de flashbacks bleek dat juist op dat moment de ouders binnenkwamen. Uit de flashback wordt duidelijk dat Daantje haar broer destijds de schuld gaf, en suggereerde dat Martijn haar gedwongen had tot seksuele handelingen. Maar dat was, zo blijkt uit de laatste scene van deze film, helemaal niet het geval. Martijn had nooit de intentie om seks te hebben met Daantje, sterker nog, hij wist op dat moment zelfs helemaal niet eens wat seks was. De ouders hebben Martijn toen naar het internaat gestuurd en, gezien zijn rare gedrag in de film, is hij bovendien door deze gebeurtenis voor het leven getekend.  Dit was niet nodig geweest want uiteindelijk berust het dus allemaal op een misverstand dat door Daantje in het leven is geroepen. Dit verklaart gelijk waarom haar broer zoveel krediet bij haar had, terwijl haar vrienden al snel allemaal genoeg van hem hadden. Ze stond bij hem in het krijt, en wist dat zelf ook. De allerlaatste scene geeft een heleboel antwoorden op vragen die eerder in de film zijn opgeroepen. Ik vond het een originele film, waar het plezier van het filmmaken vanaf spat. Het is vermoedelijk een low-budget productie geweest, en bovendien speelt Kim van Kooten haar rol als Daantje erg naturel. De acteurprestaties in deze film waren naar mijn mening wel zeer wisselend; waar van Kooten goed acteerde doet Roeland Fernhout dit een stuk minder. Ook zit de film vol met onrealistisch gedrag van de personages. Wanneer je zou verwachten dat iemand een ander een flinke klap zou geven, gedroeg dit personage zich juist weer opvallend aardig. De voice-over, de stem van Martijn, was ook erg vermoeiend. Een enorm neppe stem, die naar mijn mening ook nog eens te duidelijk achteraf in de studio was opgenomen.

Aantal sterren op de Donno-van-Eijcken-Moviemeter: *** (3/5)

Retour Madrid (1968) van Bert Haanstra


Het is moeilijk aan te geven wat de sleutelscene is van deze documentaire van Bert Haanstra. Als het persé moet zou je zeggen dat het de ommekeer in de onderlinge confratie is, namelijk de goal van Real Madrid in de verlenging; een beste pegel in de kruising. Op dat moment ligt Ajax uit de Europa Cup en houdt de documentaire ook onmiddelijk op. Eigenlijk is Retour Madrid gewoon een registratie van twee confrontaties tussen Ajax en Real Madrid in 1967. Bert Haanstra had niet de beschikking over veel ‘exclusief’ materiaal om dát te filmen wat de documentaire bijzonder zou kunnen hebben maken. De beelden in de kleedkamer, waar ‘de Generaal’ Rinus Michels de wedstrijdbespreking geeft, zijn dan ook het meest interessant. Dit omdat het een kijkje geeft in de keuken van het legendarische Ajax, het Ajax van Swart, Keizer en ‘Cruijffie, waar mensen het zelfs nu nog over hebben. Maar verder moest Haanstra het doen met wat beelden uit het vliegtuig en met een ontmoeting tussen de selectie en de Nederlandse Prinses. Wat mager materiaal voor een documentaire, en daarom is de documentaire vermoedelijk ook geen succes geworden. Haanstra heeft wel duidelijk nog geprobeerd filmische elementen er in te verwerken: de nadruk in de film wordt gelegd op de beleving van de Ajax fans. Na elke actie zien we wel iemand in beeld; iemand met een passende reactie op dat wat net op het veld gebeurd was. Grappig is het om te zien dat het publiek in de documentaire zich erg bewust van de camera was. Het meest leuke aan deze documentaire is eingelijk nog de voice-over, die erg ‘losjes’ klinkt voor die tijd. De voice-over maakt enkele leuke grappen. Een voorbeeld hiervan is wanneer we voice-over meldt dat de de voorzitter van Ajax, Michel van Praag, wel andere kopzorgen heeft dan de Ajax spelers (die op dat moment klaverjassen); in het vliegtuig zien we hem een krantartikel lezen met als titel  ‘Feyenoord is Fantastisch’.Een gemiste kans is vind ik dat de documentaire meteen stopt na de tegengoal. Het zou leuker zou geweest, ook omdat de documentaire Retour Madrid heet, om de teleurstelling bij de spelers te zien. Hoe ging Ajax om met het verlies? Maar vermoedelijk heeft de Generaal, streng als hij was, Bert Haanstra op dat moment onmiddelijk toegang tot de spelersgroep ontzegd. Het is een documentaire die het moet hebben van de voice-over, en het vertonen van reacties uit het publiek. Ik vermoed dat Haanstra minder materiaal tot zijn beschikking had dan hij vooraf gehoopt had. De documentaire wekt erg de indruk dat Haanstra in de montagekamer enorm heeft zitten ploeteren om er nog iets leuks van te maken.

Aantal sterren op de Donno-van-Eijcken-Moviemeter: ** (2/5)




Abel (1986) van Alex van Warmerdam

Een film vol stilistische composities, absurde gesprekken en ongemakkelijke situaties. Het is een film waarin niets is wat het lijkt. Vooral stilistisch gezien kun je zien dat hier erg veel aandacht aan is besteed. De film lijkt grotendeels in de studio gefilmd te zijn, en zo min mogelijk op lokatie. Hierdoor heeft Van Warmerdam de lokaties waarin de film zich afspeelt – althans zo denk ik – zelf kunnen ontwerpen. Hierdoor had de director ook zo veel mogelijk de belichting in de hand. Abel lijkt zich af te spelen in een soort fantasiewereld; dit is met name te danken aan het feit dat de stad (waarvan we soms beelden zien door de ramen) lijkt op een stad uit een blokkendoos. Hierdoor wordt de indruk gewekt dat de film zich afspeelt in een soort maquette van een stad, wat een sterk surrealistisch karakter aan deze film geeft. De buitenlokaties die Van Warmerdam heeft uitgekozen passen perfect in de stijl. Dat is wat mij het meest op viel aan deze film; de lokaties – zowel buiten als binnen – vorm duidelijk 1 geheel. Het verhaal draait om een rare familie, waarvan Abel, inmiddels 31 jaar oud, nog steeds thuiswoont. Vader wil Abel graag het huis uit hebben, maar de rol van moeder hierin is dubieus. Enerzijds kiest ze partij voor de vader, maar tegelijkertijd lijkt ze ook in het ‘kamp’ van Abel te zitten. Abel lijkt een strijd te voeren met de vader, en puur nog thuis te wonen om zijn vader het bloed onder de nagels vandaan te halen. De film zit vol ongemakkelijk situaties, die haarfijn op de gevoelige plaat vastgelegd zijn. De familie lijkt bovendien het ‘mensen ongemakkelijk laten voelen’ tot een spel hebben verheven. Dit is terug te zien in de scene waarin de toneelspeelster (van de toneelgroep van vader) op bezoek is bij de familie. De scene wordt ingeluidt met meerdere pijnlijke stiltes en bizarre conversaties. Wanneer de toneelspeelster stelt dat haring slecht is voor het hart gaat de familie opzettelijk zo veel mogelijk haring eten (inclusief slurp geluiden). Wanneer Abel en de toneelspeelster samen gaan dansen, danst Abel veel te snel (uit de maat). Ze geven de vrouw het gevoel dat ze niets kan en oliedom is; ze drijven haar stapelgek en huilend verlaat ze het huis. In deze film is niets wat het lijkt. De personen hebben dubbele persoonlijkheden; zo is vader bijvoorbeeld thuis de onaantastbare gezagvoerder. Wanneer Zus hem verlaat is hij echter de wanhopige man. Dat niets is wat het lijkt is het best te zien in de allerlaatste scenes van de film. Vader, totaal dronken, en moeder zijn op bezoek bij Zus en Abel. Duif (moeder) heeft zojuist ontdekt dat vader een vreemdganger is, en wil uit het raam springen om haarzelf van het leven te beroven. Vader wordt door Abel op zijn hoofd geslagen met een fles drank, en lijkt op sterven te liggen. In een bepaald shot lijkt moeder uit het raam gesprongen te zijn. Zus en Abel schreeuwen het uit: aaaah! Enkele seconden later verschijnt de moeder echter uit een andere hoek van de kamer weer in het beeld. “Kom we gaan” zegt ze tegen vader. De vader, die eerst in een zwaar coma leek te liggen, staat goedgemutst op. “Was een gezellige avond. Volgende keer bij jullie?”. En ze verlaten het huis.

Aantal sterren op de Donno-van-Eijcken-Moviemeter:
**** (4/5)

De Lift (1983) van Dick Maas

Het is inmiddels alweer een week geleden dat uw favoriete filmcriticus deze film bekeken heeft. Wat mij nu, een week later, het meest is bijgebleven is de manier waarop Dick Maas een onheilspellend karakter aan bepaalde scenes heeft proberen te geven. Met name hoe hij ogenschijnlijk saaie locaties – bijvoorbeeld een lift of een kantoorgebouw - toch spannend heeft gemaakt. Het woonhuis van mhr. Adelaar oogt volkomen normaal, eveneens als de liftfabriek. Echter, wanneer een scene zich gaat afspelen in het kantoorgebouw verandert dit spoedig. We zien voordat een scene zich gaat afspelen in het kantoor, allereerst een long shot van het gebouw zelf. Het beeld van de flat - waarboven eveneens donkere wolken zich opvallend vaak samenpakken - wordt begeleid door een onheilspellend horror deuntje. Vervolgens, hoe dichter de acteurs bij de lift in de buurt komen, hoe enger en luider dit muziekje zal klinken. De lift wordt daardoor het middelpunt van het kwaad in deze film, een soort kookpunt van horror waar je niet te dicht bij in buurt moet komen. Bovendien is er in de buurt van de lift vaak gebruik gemaakt van donker blauwe en rode belichting, wat deze scenes een duister karakter geeft. Dick Maas heeft eigenlijk van alles geprobeert om de film eng te maken; dat hij zelfs keiharde regen en onweerbuien (incl. dondergeluiden) heeft gebruikt zegt wat dat betreft genoeg. Het idee van een lift als eigenhandig moordwapen vind ik leuk verzonnen. Waar normaal een personage moordzuchtige gevoelens heeft, is dat in deze film een object. Doordat het van verdieping naar verdieping beweegt, en het zelf na lijkt te denken, is de lift onvoorspelbaar. De lift lijkt met de personages te spelen, en zijn slachtoffers zo spectaculair mogelijk te doden. Het jaar 1983 behoort tot een periode waarin de technologie duidelijk in opmars was. Het idee dat technologie zelf na zou gaan denken, en op den duur zelfs slimmer zou worden dan de mens, heersde (zo geloof ik) erg op dat moment. Dit futuristische toekomstperspectief zit ook duidelijk in deze film. Een quote uit de film: “Het zal niet lang meer duren of chips zullen bepaalde hersenfuncties overnemen. Ze zullen zelf functioneren, waardoor de computer totaal niet meer in de hand is te houden.” De film lijkt dus in te spelen op de tijdgeest van dat moment. De sleutelscene in het narratief is denk ik de scene waarin duidelijk wordt dat het elektronische gedeelte van de lift – de hersens van de lift – geleverd is door een bedrijfje genaamd “The Rising Sun”. Hierdoor komt dhr. Adelaar op het juiste spoort waarom de lift zo moordzuchtig is, en wie hier achter zit.


Aantal sterren op de Donno-van-Eijcken-Moviemeter:
** (2/5)

De Poolse Bruid (1998) van Karim Traida

Boer Henk hoeft niet meer mee te doen aan Boer Zoekt Vrouw. Bij hem komt de vrouw nakend zijn weiland binnen rollen. Het is een Poolse vrouw, die op de vlucht is voor een pooier. In het begin van de film gedraagt boer Henk zich als een zeer stugge boer. Hij negeert haar soms zelfs volledig wanneer zij een poging doet tot contact.  De vraag die je op dat moment als kijker bezighoudt is: waarom heeft boer Henk Anna eigenlijk in huis genomen? Hij weet niet waar ze vandaan komt, en ook geen moeite om haar te leren kennen. Waarom belt hij niet de politie? Op den duur zie je echter hoe Anna de sympathie van boer Henk weet te winnen. De band tussen beide groeit beetje bij beetje. Dit groeiproces neemt een zeer groot deel van de film in beslag, en is naar mijn mening mooi in beeld gebracht. Wel is het allemaal een beetje voorspelbaar. In elke scene leert Anna weer een zinnetje Nederlands bij, en in elke scene komen ze weer een beetje dichter bij elkaar. Aangezien de titel van de film De Poolse Bruid is, weet je eigenlijk ook al vanaf het begin dat Anna en Henk op een gegeven moment voor elkaar zullen vallen. De leuke taalgrapjes (“Jij ben Johan Cruijff”), de cultuurverschillen en het groeiproces zijn in de film wel een beetje uitgemolken. Ondanks deze grote voorspelbaarheid, is het verhaal toch mooi verteld. Waar Henk allereerst de stugge boer is, die overkomt als een saaie vent, zien we later hoe Anna het heft in handen neemt in het huis. Henk lijkt er niets van te moeten weten, maar gehoorzaamd wel. Hij toont zich meer en meer een mens in de film, en wint uiteindelijk ook de sympathie van de kijker. Wat ik zeer goed vind aan de film waren de composities. Het Groningse platteland is mooi in beeld gebracht, waarbij ook de wolken vaak een rol speelde. De lucht was belangrijk in de composities. Wat dat betreft deden deze composities mij denken aan schilderijen uit de Gouden Eeuw. Bovendien was de belichting in deze film erg sterk. Scenes waarin Anna met een doek op haar hoofd in het huis zit doen zelfs denken aan bekende schilderijen van Johannes Vermeer. Je kunt zien dat hier erg veel aandacht aan is besteed. De boerderij van Henk is zo goed in beeld gebracht dat je de stront haast kan ruiken. De sleutelscene is de scene waarin de pooier op bezoek komt bij Henk. De chemie tussen Anna en Henk is op dat moment in de film op zijn hoogst. Ze hebben zelfs samen gelachen, en de rekeningen van Henk samen in de lucht gegooid. Er was zelfs bijna sprake van een zoen. Net op dat moment komt de pooier langs met het bericht dat hij Anna terug wil. Zo niet, wil hij veel geld zien. Vanaf dit moment is er een vijand in het spel, en ligt de focus niet meer op het groeiproces tussen beiden, maar op de vraag of Henk en Anna ooit samen een gelukkig leven zouden leven. De film bevatte naar mijn mening enkele onrealistische scenes. De vrijpartij net na de schietpartij – wanneer het gelaat van Anna nog onder de spetters bloed zit - was bijvoorbeeld totaal ongeloofwaardig.


Aantal sterren op de Donno-van-Eijcken-Moviemeter:
*** (3/5)

Het Zakmes (1992) van Ben Sombogaard

Een film die bij mij persoonlijk veel jeugdherinneringen oproept. In het jaar 1992 was ik ongeveer net zo oud als hoofdpersoon Mees. Het is een film uit een periode van vóór de spelcomputer en internet. Een tijd waarin ik buiten op straat aan het voetballen was of kattenkwaad aan het uithalen was, en een tijd waarin een zakmes je grootste bezit kon zijn. Wat ik zo leuk vind aan deze film, en wat volgens mij ook de kracht is van de film, is dat deze film zich afspeelt vanuit het perspectief van Mees. Het zakmes is oh zo belangrijk, de juffrouw is stom, vader heeft altijd te druk om Mees zijn problemen te begrijpen en moeder is altijd van huis. Bovendien bezingt Mees zijn leven in liedjes, die zo vals als een kraai zijn ingezongen, wat het gevoel dat de film zich afspeelt in zijn eigen wereldje versterkt. Het feit dat deze film zich afspeelt in de belevingswereld van Mees, een kinderwereld, maakt het tot een film waarin vooral kinderen zich kunnen inleven. Mees’ beste vriendje Tim (in kippentaal Tom) gaat verhuizen naar Flevoland. We zien hoe Mees, net voor Tim gaat verhuizen, in het bezit komt van het zakmes van Tim. Mees doet er alles aan om het zakmes terug te brengen. Gedurende deze missie, die een ware ontdekkingsreis wordt, maakt Mees veel ‘lieve’ foutjes die ouderen gelijk doorzien. Een voorbeeld hiervan is het schrijven van een brief met als adres slechts “Tim, Flevoland”. Een ander voorbeeld is de eerste keer dat je een brief post en dat je niet weet of de brief in lokale poscodes moet, of overige bestemmingen (een probleem waar Mees mee te maken krijgt). Ouderen doorzien de fouten meteen en zullen het herkennen uit hun eigen jeugd, kinderen herkennen het misschien ook en leren er zelfs van. Het zijn namelijk ‘grote mensen’ dingen die Mees doet in zijn missie om Tim te vinden. Dit maakt Het Zakmes een film voor zowel jong als oud. De sleutelscene in deze film is denk ik de scene waarin Mees met zijn moeder naar het programma 3x3=9 kijkt. In deze scene realiseert Mees dat door deelname aan dit programma iedereen hem zou zien, inclusief Tim. Naar aanleiding van deze scene schrijft Mees het liedje wat hem uiteindelijk in contact zal brengen met Tim. Het is een liedje wat ik overigens na 20 jaar nog zo mee kan zingen. De film bevalt mij ook zo zeer omdat ik ben opgegroeid met Villa Achterwerk. Vroeger had je kinderen die RTL keken (Telekids), en kinderen die VPRO keken (Villa Achterwerk). De kinderen die VPRO keken waren toch een ander soort mensen, en dit soort mensen wordt naar mijn mening sterk gereflecteerd in de familie van Mees. Kunstzinnig, een klein beetje chaotisch, oud maar toch jong van geest. Bovendien wordt het programma 3x3=9 gepresenteerd door mijn jeugdheld Maxime Hartman van Rembo & Rembo. Wat mij verder opgevallen is aan de film, is dat de jonge Olivier Tuinier in deze film voor zijn leeftijd erg sterk acteert. De vader, die de klunzige vader moet spelen, acteert wat minder sterk.


Aantal sterren op de Donno-van-Eijcken-Moviemeter:
*** (3/5)

De Jurk (1996) van Alex van Warmerdam

Wat de sleutelscene in deze film is, is moeilijk aan te geven. Wat mij namelijk opviel aan deze film is dat het een verzameling korte sketches is. Sketches die aan elkaar verbonden worden door een jurk. De jurk bepaalt in deze film dus de verhaallijn, in tegenstelling tot de personages. In de film zien we de hele levensloop van deze jurk. Allereerst geboorte (het idee, de productie en de distributie), vervolgens hoe iemand de jurk aankoopt, hoe het later weer wegwaait naar een ander, hoe deze nieuwe eigenaresse ‘m weer weg doet, hoe een modeontwerper de jurk koopt en de jurk korter maakt, hoe een jong meisje de jurk weer aankoopt en hoe de jurk vervolgens gestolen wordt door een zwerver. Wanneer de zwerver overlijdt – en ze gecremeerd wordt in de jurk zelf – zien we de jurk aan het einde van de film letterlijk in rook opgaan. Het laatste strookje van de jurk dat nog over was verdwijnt in de grasmaaier. De jurk is overleden. Enerzijds is het leuk dat de film zo afwisselend is, anderzijds is het jammer dat je op deze manier de personages slechts zeer oppervlakkig leert kennen. Wat je ook krijg met zulke afwisselende sketches in één film is dat het dat de ene sketch je meer boeit dan de andere. Bijvoorbeeld de sketch over de zwerver die in een grot woont in het park en vervolgens overlijdt, wist me niet te raken. Waarschijnlijk omdat er een betrokkenheid met de personages in deze film ontbreekt – we hadden de zwerver immer pas net leren kennen. Misschien ook omdat dit tragische deel van de film, zonder ook maar een greintje zwarte humor, in tegenstelling  staat met de rest van de film. In deze film vond ik de dialogen zeer goed, net als het acteerwerk. Ondanks dat de acteurs uit deze film zeer absurdistische scenes moesten spelen verloren ze toch niet hun geloofwaardigheid. Zeer vermakelijk dus. De vraag die uw favoriete filmcriticus zich wel afvraagt is wanneer Alex van Warmerdam nou eindelijk eens in zee gaat met Neerlands knapste (lees: Donno van Eijcken zou haar het liefst eens helemaal uit elkaar scheuren), leukste en meest getalenteerde actrice Halina Reijn (Maar helaas voor Donno valt ze op een ander soort man, zo kunnen we HIER lezen..). Maargoed,


Aantal sterren op de Donno-van-Eijcken-Moviemeter:
**** (4/5)

Houen Zo! (1952) van Herman van der Vorst


Een documentaire over de wederopbouw van Rotterdam. De documentaire toont een zeer bezige stad, een stad die al lang weer de blik op de toekomst heeft. Daar past de spreuk ‘Houen zo!’ natuurlijk ook bij. Ik vind de manier waarop de documentaire gemaakt is erg leuk. Filmmaker Herman van der Horst legt in de documentaire veel verschillende activiteiten vast. Werkzaamheden van verschillende beroepsgroepen,  maar ook een fanfare orkest en spelende kinderen op de resten van het puin van de bombardementen. Ondanks dat het losse en totaal verschillende bezigheden zijn, zijn ze in deze film toch met elkaar verbonden. De manier waarop van der Horst de dingen aan elkaar weet te koppelen is leuk gedaan. Zo is er een man met hoed in de film die regelmatig terug in beeld komt. Hij beweegt enkele keren zijn hoofd van links naar rechts tussen twee activiteiten door. Alsof hij naar iets anders kijkt, zijn zichtveld verlegd. Hierdoor koppelen wij als kijker ook de activiteiten aan elkaar, en wanen wij ons de man met de hoed. Wij, de kijkers, maken in Houen Zo eigenlijk een wandeling door Rotterdam in opbouw. Een hele lange wandeling, waarin we van alles zien. Houen Zo is een zeer luchtige waarneming zonder duidelijke boodschap. De enige boodschap is dat ze wel erg lekker bezig zijn in Rotterdam, en dat ‘we’ vooral zo door moeten gaan. Dit gevoel van het maken van een wandeling wordt versterkt door het feit dat we het fanfare orkest twee keer tegen komen tijdens de wandeling. Toch is dit niet de enige manier waarop van der Horst verschillende zaken aan elkaar koppelt. Een ander voorbeeld is de scene wanneer we de bananen van het schip geladen zien worden, en ze in een vrachtwagen verdwijnen. Wanneer de zeemanslieden de bananen in de vrachtwagen stoppen, zit van der Horst letterlijk met de camera in de vrachtwagen. Een shot later later zijn we ineens op de markt. In een ooghoek zien we de bananen liggen. Zo wordt dus de bezige haven van Rotterdam gekoppeld aan een Rotterdamse markt. Ondanks dat Houen Zo zoals ik eerder gesteld heb een ‘luchtige waarneming’ is, worden er toch ook kleine verhaaltjes vertelt. De boot vaart, de man fluit, de trossen gaan uit, de boot legt aan, etcetera. Deze verhaaltjes worden dus aan elkaar gekoppeld. Een ander ding wat opviel was het ritme in het geluid. Vooral aan het begin van de film is er steeds wel iets in de geluidslijn met een ritme. Het is bijvlagen haast een muziekstuk. In chronologische volgorde uit een willekeurig stukje: kerk luidt, de fanfare komt voorbij, een verkeersregelaar blaast op zijn fluitje. En dat allemaal in een bepaald ritme. Soms zijn de beelden ook gemonteerd op het geluid. Geluid en beeld vormen zeer sterk een geheel in deze documentaire. Ik vond het zeer vermakelijk om naar te kijken.


Aantal sterren op de Donno-van-Eijcken-Moviemeter:
**** (4/5)