Al bij de openingsscene wordt
duidelijk dat dit een film is die vooral opvalt en uitblinkt wat betreft
cinematografie. Het is naar mijn mening een zeer visuele film, een film waarin
beelden meer ‘spreken’ dan gesprekken van de personages. De
openingsscene bestaat uit een longtake (althans wekt de illusie van een
longtake door meerdere shots in elkaar over te laten vloeien) vanuit het
perspectief van een camera die lijkt te zweven over het Cubaanse landschap. Een
landschap dat, in combinatie met de dromerige harpmuziek en de ‘voortglijdende’
camera, de indruk wekt dat we een droomwereld betreden. Dit
gevoel wordt mede versterkt door het gebruik van sterke contrasten tussen
donker en licht binnen het shot. Een voorbeeld hiervan uit de openingsscene
zijn de witte bomen, die nog witter lijken dan ze daadwerkelijk zijn omdat ze
afgezet worden tegen donkere wolken. Dit is iets wat naar mijn mening het
belangrijkste cinematografische kenmerk is van deze film; het dergelijk afzetten
van licht tegen donker. In veel shots is gebruik gemaakt van felle
tegenbelichting, wat het beeld licht maakt en waardoor alles wat op de
voorgrond treedt benadrukt wordt. Een andere gebruikte techniek om dit contrast
te bewerkstelligen is het ‘afplakken’ van een hoek van de lens. Deze donkere
hoek staat dan in contrast met een andere hoek van het shot waar juist iets
heel met veel belichting wordt getoond. Wat
ook opviel aan de film is dat de cameravoering alles behalve statisch is. De
camera die in de openingsscene nog lijkt te zweven, is in de daaropvolgende
scene handheld; zeer beweeglijk en
zich manouvrerend tussen de zonnende menigte aan het zwembad. Hierdoor lijkt
het alsof we er zelf tussendoor lopen. Bovendien
zoeken de personages uit de film regelmatig toenadering tot de camera, en
kijken bijvoorbeeld recht in de lens waardoor de beelden een point of view shot karakter krijgen. Maar
vanuit wie dit point of view shot dan is genomen is niet helemaal duidelijk.
Dit point of view perspectief identificeert zich niet met een personage uit het
narratief. Eerder lijkt het een point of view shot te zijn vanuit ons als
kijker, waardoor wij als kijker het gevoel hebben deel uit te maken van het
narratief. Zoals
eerder gezegd vind ik het een zeer visueel film, waarbij de gesprekken minder
belangrijk zijn. Het is een film van weinig woorden. Tekenend is naar mijn
mening dat wanneer er wel een gesprek is, er vaak meerdere personages getoond worden
in één shot in plaats van het gebruik van een shot reverse shot. Hierdoor is het visuele zelfs tijdens gesprekken
tussen personages belangrijk. Doordat de gezichten van beide personages die een
gesprek voeren zichtbaar zijn, voel je als kijker de ongemakkelijkheid en de
onderlinge spanning van de gesprekken goed aan. Op deze manier wordt de
aandacht als kijker gelegd op de interactie tussen beiden; de gedachten en de emoties. Het is een film van visuele schoonheid; niet
alleen wat betreft cameravoering en belichting maar ook wat betreft
mise-en-scene. Een voorbeeld hiervan is de scene wanneer Betty naar huis gaat
met de westerse tourist. De omgeving waar
‘Betty’ woont, en de tocht naar haar huis, deden me – in combinatie met
de eerder besproken belichting; het gebruik van schaduwen en het contrast
tussen licht en donker - zelfs denken aan het expressionistische Des Cabinet Des Dr. Caligari.
---> Sterren op de donno-van-eijcken-moviemeter: *** (3/5) <---
---> Sterren op de donno-van-eijcken-moviemeter: *** (3/5) <---