Wat het meest opviel aan deze Japanse film was de filmstijl.
Met name het zogenaamde tatami-shot,
een shot genomen vanaf de hoogte wanneer men op een Japanse traditionele mat
zit. Dikwijls wordt de camera bovendien op een afstand van de personages
gepositioneerd, vaak zelfs in een andere kamer van het huis. Hierdoor heb je
als kijker het gevoel de situatie, waar eigenlijk niet zo veel gebeurt, te
observeren. Misschien wel vanaf een soortgelijk matje. De films van Ozu gaan
vaak over het alledaagse Japanse leven. Hij wordt gezien als de meest Japanse
filmmaker omdat zijn films traditionele Japanse waarden en tradities
reflecteren. In Late Spring gaat het over de ontbinding van een familie. De
vader wil dat de dochter een man gaat vinden, omdat dit in Japan gelijk staat
aan volwassen worden. In Japan wordt hier veel waarde aan gehecht, zelfs zoveel
waarde dat het genoeg was om het hele narratief van Late Spring te bepalen. De film is langzaam, en sprak mij
wat dat betreft minder aan. In de film gebeurt er niet zoveel, en gesprekken
zijn langzaam en ingetogen. Er wordt amper emotie getoond in de film, gelaten
wordt alles ondergaan. Bovendien lijkt niets in de film recht in het gezicht
gezegd te worden, de kritieken van de vader dat de dochter een man moet zoeken
gebeuren eigenlijk allemaal achter de rug van de dochter om, maar bereiken haar
via via toch. Wel vond ik het estetisch gezien een erg aansprekende film.
Enkele composities deden mij zelfs denken aan schilderijen van Johannes
Vermeer, vooral door de diepte die in elk shot zit wanneer de camera gekadreert
is in een andere kamer. Ook zijn er veel lijnen in de compositie, net als in de
schilderijen van Vermeer. Vermeer deed dit opzettelijk, om zodoende extra veel
perspectief te creeeren. Ook denk ik dat Ozu zeer veel aandacht besteed heeft
aan de compositie. Veel symmetrie is terug te vinden in de shots, een perfect
voorbeeld hiervan is het shot wanneer de dochter en een vriend na de fietstocht
de fietsen even parkeren in het zand om te gaan praten. De fietsen staan
perfect, haast té perfect, naast elkaar. Opmerkelijk vond ik ook de Coca-Cola
reclame in de film. Deze sluikreclame staat erg in contrast met het feit dat
Ozu gezien wordt als de ‘meest Japanse’. Deze Japansheid wordt erg reflecteert
in de film; bijvoorbeeld in de zeer traditionele inrichting van de huizen, en
de Japanse tempel die bezocht wordt. Late
Spring was een film waar moeilijk in te komen was, simpelweg omdat ik zo
weinig actie in films niet gewend ben. De stilistische eigenschappen van de
film wisten mij echter wel te boeien, en sporen mij aan om nog meer films van
Ozu te gaan bekijken. Wat betreft Japanse cinema had ik wel ervaring met bijvoorbeeld
de dynamische films van Kurosawa, maar de films van Ozu zijn totaal anders en
daarom interessant.
*** (3/5)