dinsdag 25 november 2014

Late Spring (1949) van Yasujiro Ozu




Wat het meest opviel aan deze Japanse film was de filmstijl. Met name het zogenaamde tatami-shot, een shot genomen vanaf de hoogte wanneer men op een Japanse traditionele mat zit. Dikwijls wordt de camera bovendien op een afstand van de personages gepositioneerd, vaak zelfs in een andere kamer van het huis. Hierdoor heb je als kijker het gevoel de situatie, waar eigenlijk niet zo veel gebeurt, te observeren. Misschien wel vanaf een soortgelijk matje. De films van Ozu gaan vaak over het alledaagse Japanse leven. Hij wordt gezien als de meest Japanse filmmaker omdat zijn films traditionele Japanse waarden en tradities reflecteren. In Late Spring gaat het over de ontbinding van een familie. De vader wil dat de dochter een man gaat vinden, omdat dit in Japan gelijk staat aan volwassen worden. In Japan wordt hier veel waarde aan gehecht, zelfs zoveel waarde dat het genoeg was om het hele narratief van Late Spring te bepalen. De film is langzaam, en sprak mij wat dat betreft minder aan. In de film gebeurt er niet zoveel, en gesprekken zijn langzaam en ingetogen. Er wordt amper emotie getoond in de film, gelaten wordt alles ondergaan. Bovendien lijkt niets in de film recht in het gezicht gezegd te worden, de kritieken van de vader dat de dochter een man moet zoeken gebeuren eigenlijk allemaal achter de rug van de dochter om, maar bereiken haar via via toch. Wel vond ik het estetisch gezien een erg aansprekende film. Enkele composities deden mij zelfs denken aan schilderijen van Johannes Vermeer, vooral door de diepte die in elk shot zit wanneer de camera gekadreert is in een andere kamer. Ook zijn er veel lijnen in de compositie, net als in de schilderijen van Vermeer. Vermeer deed dit opzettelijk, om zodoende extra veel perspectief te creeeren. Ook denk ik dat Ozu zeer veel aandacht besteed heeft aan de compositie. Veel symmetrie is terug te vinden in de shots, een perfect voorbeeld hiervan is het shot wanneer de dochter en een vriend na de fietstocht de fietsen even parkeren in het zand om te gaan praten. De fietsen staan perfect, haast té perfect, naast elkaar. Opmerkelijk vond ik ook de Coca-Cola reclame in de film. Deze sluikreclame staat erg in contrast met het feit dat Ozu gezien wordt als de ‘meest Japanse’. Deze Japansheid wordt erg reflecteert in de film; bijvoorbeeld in de zeer traditionele inrichting van de huizen, en de Japanse tempel die bezocht wordt. Late Spring was een film waar moeilijk in te komen was, simpelweg omdat ik zo weinig actie in films niet gewend ben. De stilistische eigenschappen van de film wisten mij echter wel te boeien, en sporen mij aan om nog meer films van Ozu te gaan bekijken. Wat betreft Japanse cinema had ik wel ervaring met bijvoorbeeld de dynamische films van Kurosawa, maar de films van Ozu zijn totaal anders en daarom interessant.

*** (3/5)